Het gebruik van het C keyword volatile.

© Harry Broeders.

In de opdracht voor week 1 en 2 voor KOF01 wordt gevraagd om een wachtlus te implementeren. Daarbij komt het C keyword volatile goed van pas. In de C standaard (ISO/IEC 9899:1999 p.108) staat:

An object that has volatile-qualified type may be modified in ways unknown to the implementation or have other unknown side effects. Therefore any expression referring to such an object shall be evaluated strictly according to the rulesof the abstract machine.

In een verklarende voetnoot staat:

A volatile declaration may be used to describe an object corresponding to a memory-mapped input/output port or an object accessed by an asynchronously interrupting function. Actions on objects so declared shall not be "optimized out" by an implementation.

Het woord volatile betekent "vluchtig" en wordt dus gebruikt om aan te geven dat de variabele ook buiten het programma om veranderd kan worden. Dit keyword zorgt ervoor dat de compiler geen optimalisaties toepast die ervan uitgaan dat de waarde van een variabele nog hetzelfde is als die variabele door het programma zelf niet veranderd is.

Voorbeeld van het gebruik van volatile: Tijdvertraging.

In het onderstaande voorbeeldprogramma wordt een "lege" for lus gebruikt om een tijdvertraging te realiseren.

void wait(void)
{
    int i;
    for (i = 0; i < 30000; ++i)
    {
        /*empty*/
    }
}

Een optimaliserende compiler kan nu "denken": "De waarde van i wordt toch niet gebruikt de hele for lus kan dus weggeoptimaliseerd worden (en vervolgens kan de hele functie wait() weggeoptimaliseerd worden)." Dat is natuurlijk niet de bedoeling, wij willen dat de functie wait() een tijdvertraging opleverd! De variabele i moet dus als vluchtig (volatile) worden gequalificeerd:

volatile int i;

Bij het compileren met gcc kun je een programma op verschillende manieren optimaliseren, zie hier, Bijvoorbeeld:

Deze opties kun je in AVR Studio eenvoudig instellen via de menu optie Project, Properties...:

optimize

De versie van de gcc compiler die wij nu gebruiken (Atmel Studio 7) zal als je het keyword volatile bij de variabele i vergeet, bij gebruik van de optie -O1, -O2, -O3 of -Os de functie wait helemaal weggeoptimaliseren.

Voorbeeld van het gebruik van volatile: Output.

Als we geen gebruik maken van de include file avr/io.h dan kunnen we de I/O registers gebruiken met behulp van pointers. We kunnen dan het PORTB register bereiken met de pointer portb die staat te wijzen naar geheugen adres 0x25:

uint8_t* portb = (uint8_t*)0x25;

Het type uint8_t kan gebruikt worden om een unsigned 8 bits variabele mee te definiëren. Een uint8_t* is dus een pointer naar een unsigned 8 bits variabele. Een pointer is een variabele die staat te wijzen naar een plaats in het geheugen (normaal gesproken een andere variabele). In dit geval wordt de pointer geïnitialiseerd met de waarde 0x25. Als een getal in een C programma met 0x begint, dan betekent dit dat de constante in het hexadecimale talstelsel is opgegeven. De I/O registers van de ATmega328P zijn via memory adressering te bereiken. Het register PORTB kan bereikt worden via adres 0x25. Doordat de pointer portb naar het memory adres van het register PORTB wijst kan dit register via deze pointer worden beschreven en gelezen. Voor de constante 0x25 staat een zogenaamde cast operatie (uint8_t*) dit zorgt ervoor dat de compiler begrijpt dat het echt de bedoeling is om een uint8_t* variabele te vullen met een integer constante.

We kunnen nu als volgt een nieuwe waarde naar deze output poort schrijven:

*portb = 0x20;

Een optimaliserende compiler kan nu "denken": "De waarde die ik via de pointer wegschrijf wordt nooit meer gelezen dus ik kan dat schrijven ook wel achterwege laten". Dat is natuurlijk niet de bedoeling, wij willen dat de waarde 0x20 in het PORTB register wordt geschreven. De waarde waar de pointer naar wijst moet dus als vluchtig (volatile) worden gequalificeerd:

volatile uint8_t* portb = (uint8_t*)0x25;

In de include file avr/io.h wordt, als de ATmega328P is geslecteerd in het project, de file avr/iom328p.h geïnclude. In deze file wordt (bijvoorbeeld) PORTB via een aantal macro's als volgt gedefinieerd:

#define PORTB (*(volatile uint8_t *)(0x25))

Je ziet dat hier ook het keyword volatile is gebruikt om aan te geven dat de compiler deze code niet mag optimaliseren.

Voorbeeld van het gebruik van volatile: Input.

Je kunt ook een pointer naar een input poort definiëren:

uint8_t* pinb = (uint8_t*)0x23;

De waarde van deze input poort kun je dan als volgt inlezen:

waarde = *pina;

Als dit meerdere malen achter elkaar gebeurt (bijvoorbeeld in een lus) kan een sterk optimaliserende compiler "denken": "De waarde die ik via de pointer heb ingelezen heb ik zo meteen weer nodig. Ik kan deze waarde dus bewaren (bijvoorbeeld in een register) en hoef deze waarde dan de tweede keer niet opnieuw uit het geheugen te lezen." Dat is natuurlijk niet de bedoeling, wij willen de nieuwe waarde van de inputpoort inlezen! De waarde waar de pointer naar wijst moet dus als vluchtig (volatile) worden gequalificeerd:

volatile uint8_t* pina = (uint8_t*)0x23;

In de include file avr/io.h wordt, als de ATmega328P is geslecteerd in het project, de file avr/iom328p.h geïnclude. In deze file wordt (bijvoorbeeld) PINB via een aantal macro's als volgt gedefinieerd:

#define PINB (*(volatile uint8_t *)(0x23))

Je ziet dat hier ook het keyword volatile is gebruikt om aan te geven dat de compiler deze code niet mag optimaliseren.

Voorbeeld van het gebruik van volatile: globale variabelen bij interrupts.

Om dit deel van deze pagina te kunnen begrijpen moet je weten wat interrupts zijn en hoe je die in C gebruikt. Dit wordt in de lessen van KOF01 behandeld.

Als voorbeeld kijken we naar een programma dat een waarde vanuit de ISR (Interrupt Service Routine) moet doorgeven aan het hoofdprogramma (main). De code waar het om gaat is hieronder weergegeven. Er staat natuurlijk meer code in de ISR en in main maar die is in dit verband niet relevant. In dit voorbeeldprogramma wordt timer/counter1 zo ingesteld dat elke seconde een interrupt optreed. In de ISR wordt een globale secondeteller (sec) bijgewerkt. In het hoofdprogramma wordt deze globale variabele gebruikt.

#include <avr/io.h>
#include <stdint.h>
#include <avr/interrupt.h>

volatile uint32_t sec = 0;

ISR(TIMER1_OVF_vect) { /* deze ISR wordt 1x per seconde aangeroepen */
    //...
    sec = sec + 1;
    //...
}

int main(void) {
    //initialiseren Timercounter 1:
    //...
    sei(); /* interups aanzetten */

    while (1) {
        //...
        min = sec / 60;
        //...
    }
    return 0;
}

Je ziet dat er gebruik wordt gemaakt van een globale variabele en dat doen we liever niet (waarom ook alweer?). Maar dit is de "uitzondering" waarbij we echt niet om een globale variabele heen kunnen. Het is namelijk niet mogelijk om de waarde van sec via een returnwaarde of een call-by-reference parameter door te geven omdat we de ISR namelijk niet zelf aanroepen (want een ISR wordt door de hardware aangeroepen).

Waarom is het nodig om de globale variabele volatile te kwalificeren? Als in het bovenstaande programma het keyword volatile wordt weggelaten en een optimalisatie optie (b.v. -O1) wordt gebruikt dan blijft de interrupt correct werken maar wordt de waarde de variabele min niet meer bijgewerkt in main.

De optimaliserende compiler "denkt" nu dat de variabele sec niet elke keer opnieuw ingelezen hoeft te worden omdat deze variabele in de while lus niet aangepast wordt. Dat deze while lus onderbroken kan worden door de ISR (die door de hardware van de timer wordt aangeroepen) "weet" de optimaliserende compiler niet.

Je hebt het keyword volatile dus nodig om aan te geven dat de compiler de waarde van de variabele sec in de while lus steeds opnieuw moet inlezen omdat de waarde (zonder dat de compiler dat weet) kan veranderen. Of anders geformuleerd: omdat de variabele "vluchtig" is.